De berg Pustevny

Pustevny ligt op 1018m boven zeeniveau, tussen twee bergtoppen genaamd Radhošť en Tanečnice. Het is het populairste toeristencentrum in het Beskiden gebergte. In de zomer is Pustevny een aantrekkelijke bestemming voor wandelaars die het schitterende gebied verkennen. In de winter is het een geliefde plek om te skiën en langlaufen.

Herinnering aan kluizenaars

Pustevny dankt zijn naam aan de kluizenaars (“poustevníci” in het Tsjechisch) die in deze omgeving woonden. Zij zochten een plek ver weg van de beschaving. De laatste van hen overleed in 1874. Nu is Pustevny een plek waar je vooral veel wandelaars, mountainbikers en families zult tegenkomen. Pustevny is een bekend knooppunt voor verschillende wandelroutes. Vanaf hier kun je het pad naar de top van de Radhošť nemen, van waaruit je een schitterend uitzicht hebt over de hele Beskiden. Als je richting Radhošť gaat, kom je een beeld van Radegast tegen, de heidense god van de oogst, gastvrijheid, vruchtbaarheid, de zon, oorlog, handwerk en handel. Een ander pad leidt langs het enige meer in de Beskiden naar de top van Čertův mlýn (duivelsmolen; 1207m). Een geschiedenis- en natuurpad wijst de weg en wordt gemarkeerd door een unieke rotsformatie genaamd Čertův stůl (duivelstafel).

Radhošť Kapel van St. Cyrillus en Methodius, Foto: CCRVM-archief - Martin Peterka

In het Beskiden gebergte

Er is niet al te veel fysieke inspanning nodig om te genieten van de magie van houten volksarchitectuur in de pittoreske omgeving van de Beskiden. Dat komt doordat er een kabelbaan omhoog naar de bergkam gaat, waardoor Pustevny gemakkelijk toegankelijk is voor gezinnen met kinderen en minder energieke toeristen. De originele kabelbaan uit 1940 was de eerste ter wereld. Op de top van de berg Pustevny vind je een interessante instructie: De Stezka Valaška. Een natuurpad van houten loopbruggen met schitterende uitzichten.

Langlaufen in de Beskiden, Foto: Stepan Bajt

Kleurrijke Art Nouveau

Pustevny wordt gekenmerkt door houten structuren die in een ongewone volksstijl gebouwd zijn. Maar in 1890 had het terrein helemaal geen gebouwen. De gebouwen die hier nu staan, zijn opgericht door de wandelaarsclub Frenštát pod Radhoštěm. Deze toevluchtsoorden voor wandelaars zijn ontworpen door Dušan Jurkovič en Michal Urbánek. Jurkovič haalde zijn inspiratie uit de volksarchitectuur van de Karpaten en verwerkte volksmotieven die hij in de regio Walachije van Moravië en in Slovakije vond in een unieke Art Nouveau-stijl. De architectuur van Pustevny vloeit harmonieus samen met de ongerepte bergen en is een van de meest onvergetelijke aspecten van de locatie. Het Maměnka-toevluchtsoord en restaurant Libušín zijn twee van de waardevolste stukken cultureel erfgoed in de Beskids. Een eeuwoude houten Walachijse klokkentoren, versierd met kleurrijke patronen, heeft het hierboven ook overleefd. Het complex wordt afgerond door houten bergchalets, waar bezoekers kunnen ontspannen en genieten van Walachijse specialiteiten.