Stelt u zich voor dat u een aristocraat bent in de 19e eeuw die dolgraag een eigen ruïne zou willen hebben. Helaas zijn er echter geen vervallen kastelen in de omgeving. Wat doet u? Dan huurt u toch simpelweg een architect in en laat er één bouwen!
Klinkt dit gek? In de tijd dat de ruïne werd gebouwd in ieder geval niet. Aloys I Jozef van Liechtenstein wilde zo graag een ruïne dat hij de architect, Joseph Hardmuth, betaalde om rond te reizen en echte burchtruïnes te bekijken, zodat hij de perfecte illusie voor hem kon ontwerpen. De burcht Janohrad, ook wel bekend als Janův hrad (de burcht van Jan) werd genoemd naar Aloys’ jongere broer Jan, die hem na zijn dood erfde. De ruïne diende als ontmoetingsplaats voor de adel tijdens de jacht. In de Ridderzaal op de eerste verdieping werden uitbundige feesten gehouden, waarbij het geschoten wild werd geroosterd en opgegeten. In de torens bevonden zich privévertrekken.
.jpg?width=1400&height=933&ext=.jpg)
